- Over de ziekte
- Preventie- en bestrijdingsmaatregelen
- Wetgeving
- Situatie in België en in het buitenland
- Praktische fiche
Over de ziekte
Oorsprong
De ziekte van Aujeszky is een zeer besmettelijke virusziekte die wordt veroorzaakt door het varkensherspesvirus type 1 (Pseudorabies virus, suid herpes virus type 1) en die vooral (als huisdier gehouden en in het wild levende) varkensachtigen treft. Varkens die eenmaal besmet zijn, blijven levenslang drager van het virus en kunnen het om het even wanneer weer gaan uitscheiden en zo de ziekte verspreiden. Men spreekt in dat geval van reservoirgastheren.
Ook andere diersoorten (met name honden, katten en herkauwers) kunnen met dit virus besmet worden en zullen de ziekte ontwikkelen; zij kunnen de ziekte evenwel niet doorgeven. Men spreekt in dat geval van ”dead-end” gastheren.
Klinische symptomen
Bij varkensachtigen kunnen de vastgestelde symptomen erg variëren, gaande van lichte tot ernstige ademhalingsproblemen, alsook neurologische stoornissen en voortplantingsproblemen. De symptomen hangen dus af van de lichaamsfunctie die wordt getroffen (ademhalingsstelsel, zenuwstelsel of voortplantingsstelsel), alsook van de leeftijd van de besmette varkens. Het sterftecijfer kan verschillen: van 100% sterfte bij biggen van minder dan 2 weken oud tot minder dan 2% sterfte bij volwassen varkens.
Ook bij de andere diersoorten kunnen de symptomen variëren, hoewel men hoofdzakelijk zenuwstoornissen en pruritis met zelfverminking vaststelt. De ziekte ontwikkelt zich snel (48 tot 72 uur) en de afloop is altijd dodelijk.
De ziekte is niet overdraagbaar op de mens.
Overdracht
Het Aujeszkyvirus is een zeer besmettelijk virus.
Een besmet varken scheidt het virus uit in zijn speeksel en in de afscheidingen uit neus en genitaliën. Ook melk, kadavers, slachtafval en vlees van besmette varkens zijn bronnen van virulente stoffen. De overdracht van het virus op andere varkens gebeurt via de lucht (aërogeen) of bij het dekken; de infectie gebeurt oronasaal of genitaal.
Besmetting van andere soorten kan via de lucht gebeuren (door een nabij contact met een besmet varken of everzwijn), via besmet materieel of via contact met besmet varkensvlees of kadavers van besmette everzwijnen. Deze diersoorten kunnen het virus echter niet verder doorgeven.
Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor de ziekte van Aujeszky.
Bij varkens zullen de zeer jonge dieren meestal sterven na een infectie. Iets minder jonge dieren vertonen een minder hoge sterfte, maar de dieren die het overleven vertonen later een groeiachterstand. Volwassen dieren genezen gewoonlijk van de ziekte. Elk dier dat genezen is, blijft echter levenslang drager van het virus en kan het later opnieuw uitscheiden.
Bij de andere soorten wordt de infectie steeds gekenmerkt door een fatale afloop.
Preventie- en bestrijdingsmaatregelen
Preventie
De preventieve vaccinatie van de varkensstapel werd lange tijd wereldwijd op grote schaal toegepast met als eerste doel de economische gevolgen van de ziekte te beperken en vervolgens om het virus uit te roeien. Die vorm van preventie wordt momenteel in veel landen van de Europese Unie niet meer toegepast. België stopte bijvoorbeeld begin 2009 met het preventief vaccineren tegen de ziekte van Aujeszky.
In België bestaat de preventie thans uit het geregeld organiseren van een monitoring in de Belgische varkensstapel en het snel notificeren en laten onderzoeken van verdenkingen van de ziekte. Alle varkensbeslagen moeten een serologisch onderzoek ondergaan, maar voor de meerderheid van deze slechts op jaarbasis. Enkel de beslagen met varkens die toegang hebben tot buitenbeloop alsook beslagen die fokvarkens of opfokvarkens in de handel brengen, moeten om de 4 maanden worden bemonsterd.
Indien bij een bloedname, uitgevoerd in het kader van de monitoring voor de ziekte van Aujeszky, een varken sterft, dan kan het Fonds een vergoeding toekennen aan de eigenaar. De voorwaarden en de berekeningswijze zijn hier terug te vinden.
Bestrijding
De kans dat men in de Belgische varkensstapel te maken krijgt met een uitbraak van ziekte van Aujeszky kan niet helemaal worden uitgesloten. België legde daarom een aantal bestrijdingsmaatregelen vast die bij een uitbraak kunnen worden toegepast om verspreiding van het virus tegen te gaan. De aanpak bij de bestrijding steunt op een zo snel mogelijk afzonderen van de uitbraak en het toepassen van noodvaccinatie van de varkens in de uitbraak, de naburige bedrijven en de contactbedrijven. De bestrijding bestaat met name uit de volgende maatregelen:
- een nationaal verbod op het vervoer van alle varkens behalve slachtvarkens, beperkt tot ten hoogste 72 uur;
- het afbakenen van een vaccinatiezone met een straal van 10 km rond de uitbraak;
- het opleggen van beperkende maatregelen voor wat betreft het verkeer van dieren en varkenssperma in alle bedrijven die gelegen zijn in de vaccinatiezone;
- het uitvoeren van een omstandig epidemiologisch onderzoek van elke uitbraak, met opsporing van de verschillende contacten van de uitbraak;
- het opleggen van maatregelen aan de contactbedrijven van de uitbraak;
- het versterken van het bewakingsprogramma in de vaccinatiezone en eventueel in het hele land;
- het voorbereiden en uitvoeren van een noodvaccinatie in de vaccinatiezone en in de buiten die zone gelegen contactbedrijven.
De maatregelen ter bestrijding van de ziekte van Aujeszky gelden alleen voor varkens, ongeacht of die worden gehouden in beroepsbedrijven of door hobbyhouders. Er is geen enkele bestrijdingsmaatregel vastgelegd voor in het wild levende dieren maar het Waalse Gewest voert thans wel een jaarlijks serologisch toezicht uit in het zuidelijke landsgedeelte.
Wetgeving
De ziekte van Aujeszky is een aangifteplichtige besmettelijke ziekte. Elk vermoeden van de ziekte moet onmiddellijk worden gemeld aan de lokale controle-eenheid van het FAVV.
Belgische wetgeving
- Ministerieel besluit van 23 juli 2013 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky (B.S. van 30/07/2013)
(Nummer NUMAC - 2013018341 - voor de gecoördineerde wetgeving) - Koninklijk besluit van 12 oktober 2010 betreffende de bestrijding van de ziekte van Aujeszky (B.S. van 10/11/2010)
(Nummer NUMAC - 2010024407 - voor de gecoördineerde wetgeving)
Europese wetgeving
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de goedkeuring van de ziektevrije en non-vaccinatiestatus van bepaalde lidstaten of zones of compartimenten daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten (P.B. van 16/04/2021)
(de geconsolideerde wetgeving raadplegen)
Situatie in België en in het buitenland
Situatie in België
België heeft begin 2009 de preventieve vaccinatie van zijn varkensstapel stopgezet en vaccinatie werd vanaf 1 januari 2011 verboden. Er is sindsdien geen enkel geval van ziekte van Aujeszky vastgesteld.
Op 5 oktober 2011 heeft de Europese Commissie aan België de ziektevrije status voor de ziekte van Aujeszky verleend. Dit houdt o.a. in dat het niet meer nodig is om een serologisch onderzoek uit te voeren voor het Aujeszkyvirus voorafgaand aan de certificering van levende varkens voor de intracommunautaire markt.
Het virus circuleert echter nog wel bij in het wild levende fauna (everzwijnen).
Situatie in het buitenland
In Europa:
De gezondheidstoestand van de varkensbeslagen in heel wat Europese lidstaten is voor wat betreft de ziekte van Aujeszky zeer goed. Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Cyprus, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland), zijn officieel vrij van de ziekte en vaccineren er niet meer tegen. Net als in België, circuleert het virus echter wel nog onder de in die landen in het wild levende dieren.
Continentaal Frankrijk is eveneens vrij van de ziekte, maar heeft af en toe te rekenen met puntbesmettingen vanuit de everzwijnenpopulaties. In 2018 en 2019 werd een besmetting vastgesteld op bedrijven met buitenbeloop in respectievelijk Pyrénées-Atlantiques en Alpes de Haute-Provence. In 2023 en 2024 werd Aujeszky vastgesteld bij jachthonden. Dat alles toont aan dat het virusreservoir bij de wilde everzwijnen nog steeds aanwezig is en dat het strikt naleven van de bioveiligheidsmaatregelen op de varkensbedrijven essentieel blijft bij de preventie van de ziekte van Aujeszky.
Andere Europese landen als bijv. Spanje hebben echter een minder gunstige status. Varkens van die als risicogebied beschouwde landen mogen alleen worden binnengebracht in landen met een gunstiger statuut als zij afkomstig zijn van door de veterinaire autoriteiten van het betreffende land erkende bedrijven en vergezeld zijn met een officieel certificaat voor het intracommunautair handelsverkeer.
Buiten Europa:
Het virus is wereldwijd verspreid.